De yoga leer erkent 5 lichamen: het voedsellichaam, het ademlichaam, het lagere denklichaam, het hogere denklichaam en het eenheidslichaam. In dit blog vertel ik over de 5 vayu’s van het ademlichaam,
Als mens heb je een voedsellichaam, dat is je fysieke lichaam, alles wat je eraan kunt zien, voelen aanraken, meten enzovoort. Het voedsellichaam is geboren uit voedsel en wordt onderhouden door voedsel . De geest, het denken, de denklichamen zijn ongrijpbaar, hebben geen ‘stof’. Ze zijn toch aanwezig en heel subtiel in hun zijn. De adem is de verbinding tussen deze stoffelijke en niet stoffelijke kant van jou als mens. De adem is ook de weerspiegeling van de levensenergie, de prana. De adem en een juiste adembeweging zijn zeer belangrijk. Wanneer dit niet op de juiste wijze gebeurt kun je zelfs heel ziek worden. Maar het heeft niet alleen invloed op het lichaam, ook de geest kan vertroebelen door een verkeerde adem/adembeweging of adem intensiteit.
Tussen lichaam en geest bestaat dus de adem en het ademlichaam. Het ademlichaam is geboren uit adem en wordt onderhouden door adem. Daarbij worden de bij adem zelf vijf systemen gezien die ieder hun eigen werking hebben en onderling verbonden zijn. We noemen deze vijf adems; De 5 Vayu’s.
De adem heeft een grote betekenis voor het hele lichaam, overal op de eigen manier. Op de tekening zie dat er verschillende plekken zijn waar de adem naar toe kan. Kennis van de adem en je eigen verstoring kan je helpen om andere Vayu’s aan te zetten, of te verzachten en zo te werken aan je eigen gezondheid.

1. Udyana Vayu
2. Prana Vayu
3. Samana Vayu
4. Udana Vayu
5de Vyana Vayu – gaat door alle vayu’s heen
De 5 vayu’s:
- Udana Vayu: De plek van Udyana Vayu, de opstijgende, omhoog gerichte adem is in het bovenste deel van de borstkas, de keel en verder omhoog. Het maken van klanken en dus spreken is mogelijk door deze adem. Gericht nadenken, herinneren en intellect functioneren door Udyana Vayu. Wanneer je mediteert en stil wordt van binnen en van buiten, dan is er weinig energie meer nodig en dan is er een sterke werking van Udyana Vayu.
- Prana Vayu: dit is de belangrijkste Vayu waar alle andere van af hangen. De Prana Vayu huist in de borstkas met als zetel het hart. De adem gaat op deze plek naar alle kanten, dat proberen de pijltjes aan te geven. Langs alle assen (en meer) zet de adem uit en krimpt weer in. Deze adem is sterk en breed en geeft levenskracht. De voornaamste functie is gasuitwisseling. Het onderhoudt de beweging van het hart, het denken, de zintuigen, de bloedsomloop en de zenuwen.
- Samana Vayu: Deze Vayu is de ‘gelijkmakende adem’. Het hoort bij het gebied van het puntje van het borstbeen tot aan de navel en rondom het lichaam. De adem is er vooral naar voren gericht en enigszins naar beneden, Inwendig horen er de volgende organen bij: maag, lever, gal(blaas), alvleesklier, de dunne darm en het stijgende en dalende deel van de dikke darm. In dit gebied wordt hitte geproduceerd door voedsel af te breken en nieuwe verbindingen aan te gaan die het lichaam kan opnemen. Je darmen zijn dan ook je eigen kacheltje. De Samana Vayu is een sterke en hete adem en helpt om vloeistoffen te circuleren in het lichaam.
- Apana Vayu: In het onderlichaam vind je de Apana Vayu; in het bekken en inwendig omvat het de dikke darm -de dalende tak, het urine systeem en de genitaliën. De functie is tweedelig. De eerste is om stoffen binnen te houden tot een geschikt moment en vervolgens om het met kracht naar buiten te brengen. Zoals ontlasting inhouden tot er een geschikt moment is om te poepen. Maar ook het binnenhouden van een kindje tot de bevalling dan met kracht uit te drijven. De adem zelf is vol, rond en warm. In dit gebied voel je je oerkracht.
- Vyana Vayu: Deze Vayu gaat in het lichaam in alle richtingen door alle ander Vayu’s heen en verbindt ze. De Prana (levensenergie) die door de longen is opgenomen wordt door de Vayana Vayu door het lichaam gebracht. De hitte en de voedingssappen die door Samana Vayu zijn gemaakt worden door Vyana Vayu verspreid. Verder worden bloed- en lymfestroom onderhouden en maakt Vyana Vayu beweging mogelijk. De oorsprong van Vyana Vayu ligt in de Smana Vayu, subtiel, gevoelig en beweeglijk in alle richtingen maar volgt daarbij de contouren van het lichaam.